Een pleidooi voor echt eten is zo’n boek waar ik erg enthousiast van word. Het beschrijft niet alleen ons westerse voedingspatroon en de daarbij behorende gezondheidsproblemen, maar ook de relatie tussen onze voeding en het milieu, het ecosysteem en de samenleving. You’ve got my attention. Ik neem je graag mee langs de highlights.
Een bord vol nutriënten
Waar vroeger die gekookte aardappel van je overgrootmoeder niet in twijfel werd getrokken, is dat nu wel het geval. We leggen steeds vaker de focus op de voedingsstoffen in die aardappel en vinden de aardappel zelf, het gerecht of de herkomst minder van belang. De nutriënten in een voedingsmiddel stelen steeds vaker de show.
Het nutritionisme
Wat is daar mis mee? Michael Pollan beschrijft in dit boek de valkuil van dit ‘nutritionisme’: de overtuiging dat een voedingsmiddel zoveel is als zijn nutriënten.*
Een wortel bijvoorbeeld, bevat een hoeveelheid bètacaroteen, vezels, vitamine C, etc. Een wortel is gezond. Tot zover niet ingewikkeld. Nutriënten zijn de basis van voedsel. Maar wanneer nutriënten worden gezien als het belangrijkste aspect van een voedingsmiddel, wordt het een ander verhaal. Jij en ik kunnen nutriënten namelijk niet met het blote oog zien, waardoor we ineens afhankelijk zijn van experts die ons vertellen wat we moeten eten en drinken. We moeten maar aannemen dat het zo is. Het wordt een soort geloof.
Een geloof waar de voedingsindustrie veel aan verdient. Voor ontbijtgranen met verlaagd suiker en toegevoegde vezels hebben we die extra euro wel over, want ‘experts zeggen dat het goed voor ons is’. Terwijl we de goedkope, onbewerkte havermoutvlokken laten staan.

Voedsel is meer dan alleen voedingsstoffen
Dat de eerder genoemde wortel goed voor ons is, wil trouwens niet zeggen dat dit aan één van de voedingsstoffen ligt. Het kan ook de gehele samenwerking van deze voedingsstoffen zijn. Voedsel, de wortel in zijn geheel, kan zich heel anders gedragen dan alleen de individuele voedingstoffen die erin zitten. Daarom eten mensen geen voedingsstoffen, ze eten voedsel.
Een voedingsmiddel is dus meer dan de som van zijn voedingsstoffen. In plaats van ons te focussen op de voedingsstoffen, zouden we simpelweg bij de basis moeten blijven en moeten kiezen voor ‘echt’ voedsel. Maar hoe doe je dat?
De Aboriginal in jou
Wij mensen weten vanuit ons oerinstinct echt wel wat gezond eten is. Onze gezondheid is namelijk afhankelijk van het lezen van onze biologische signalen: dit ziet er rijp uit, dat is bedorven, dat is een koe die er gezond uitziet.
Zodanig bewerkte voedingsmiddelen die eerder een product zijn van de industrie dan van de natuur zouden we moeten mijden. Zo wordt in dit boek onder andere uitgelegd hoe Aboriginals ziek werden van het westerse voedingspatroon en weer opknapten bij terugkeer naar de natuur.
Een product dat zich moet bewijzen, is per definitie al niet gezond. Heb je ooit een appel gezien die beweert minder suiker en meer vitamine C te bevatten? Juist, een appel is al goed van zichzelf. Echt voedsel schreeuwt niet hoe gezond het is.
Eten verbindt ons met een groter geheel
Tot slot deel ik graag nog de, naar mijn mening, mooiste opvatting uit dit boek die de relatie tussen mensen, ons eten en de natuur omschrijft:
“Eten verbindt ons met de bodem, zijn elementen en de energie van de zon. Wat als we eten meer als een relatie gaan zien? In de natuur is eten altijd al zo geweest: relaties tussen soorten in voedselketens. ‘Ik voed jou, als jij mijn genen verspreidt.’ (Bij/bloem) Als de bodem ziek of verzwakt is, dan zullen ook het gras en de mensen die de melk van de koe drinken dat zijn. Voedingsmiddelen die onze zintuigen bedriegen, vormen een van de meest problematische kenmerken van het westerse voedingspatroon.”
Het boek is simpelweg een pleidooi voor echt eten: ‘Echt eten, niet te veel, vooral planten.’
Benieuwd geworden? Hier bestel je Een pleidooi voor echt eten.
*https://supersnelgezond.nl/nutritionisme/
1 Reactie