Vol inspiratie na ons bezoek aan Mark stappen we weer op de fiets. We praten nog na over de afgelopen dagen en zijn onder de indruk van de manier waarop Mark in het leven staat. We fietsen weg bij het huis waar de garage, de voordeur, de caravan en de auto’s ofwel open of niet op slot staan en waar Mark ons verplichtte om voor onszelf een lunchpakket te maken met alles wat er in de keuken te vinden was.
De vertrekdag is een mooie dag met weinig bewolking en veel zon. Het voelt echt als een heerlijke zomerdag, maar we hebben ook het weerbericht gezien en dat ziet er minder goed uit. De komende tien dagen wordt er regen voorspeld. Na een pittige klim in de ochtend bereiken we een lunchplek op de top. Daar ontmoeten we Benjamin, een Duitse fietser. Hij heeft een zwaar beladen mountainbike en fietst met een rugtas op z’n rug onder de hete zon. We spreken kort over onze plannen en komen erachter dat we grofweg dezelfde richting op fietsen, hij haalt ons vast op een later moment weer in.
Mooiste camping tot nu toe
Tegen de avond zoeken we de rivier af naar een geschikte slaapplaats. Matthijs zoekt aan de ene kant van de rivier en Yvette aan de andere. Matthijs heeft mogelijk iets gevonden, maar het is wel een moeilijk bereikbare plek met onze fietsen. Daarom besluit Yvette campings af te bellen en ze vindt een camping in de buurt voor maar acht euro per nacht. Dat maakt de beslissing eenvoudig en we fietsen ernaartoe. Eenmaal aangekomen blijkt deze camping één van de mooiste tot nu toe: we staan met de tent aan de oever van Lovatnet met uitzicht op een gletsjer. Er zijn gloednieuwe faciliteiten inclusief een keuken met overdekt terras. Het is zó goed en goedkoop dat we twijfelen of we niet nog een rustdag moeten nemen.
Op verkenningstocht
De volgende dag fietsen we een route die onze host Mark nog niet kende. Matthijs vond het stuk via een app en de route stond aangegeven als provinciaal fietspad gemarkeerd door de Noorse overheid, moet goed komen dus! Mark was ook erg benieuwd naar dit stuk en vroeg ons op verkenning te gaan, zodat hij het misschien in de toekomst ook kon fietsen. Halverwege de dag zien we op de kaart dat de klim een stijgingspercentage heeft van tweeëntwintig procent. We stellen vast dat dit niet waar kan zijn en het een foutje in de app moet zijn. Op goed vertrouwen fietsen we door.
Als we die dag lunchpauze nemen komt Benjamin weer langs gefietst. Hij stopt voor een praatje en hij vertelt over hoe hij de vorige dag zijn bril is verloren. Hij is gister maar liefst vijftig kilometer terug gefietst – de berg weer op en af – om te zoeken naar zijn verloren bril in de berm, maar hij heeft hem niet kunnen vinden. Van wat wij begrijpen was het geen bril op sterkte, maar een beschermingsbril tegen stof en opspringende steentjes. De overbodigheid van zo’n bril in Noorwegen maakt zijn ommetje eigenlijk nog vreemder. Pas om 23.00 uur ’s avonds gaf hij de zoektocht op en besloot hij ergens in de berm zijn tent op te zetten. Daar maakte hij zijn tent kapot door een haring verkeerd in de grond te slaan, dwars door de scheerlijn heen. We hebben het met hem te doen en praten over hoe vervelend het is. Ondanks alles blijft hij verbazingwekkend vrolijk en optimistisch. Wanneer we hem vertellen dat de aankomende klim een helling van tweeëntwintig procent is, komt dat gek genoeg als een verrassing voor hem. Hij besluit op verkenning te gaan en zal ons waarschuwen als het niet mogelijk blijkt.
Met z’n tweeën de fietsen omhoog duwen
Als wij na de lunch aankomen bij de klim blijkt het inderdaad ongelooflijk steil. Het is meer voetpad dan fietspad en het ligt vol met losliggend gruis. Het pad stijgt van nul naar zeshonderd meter in twee kilometer, zonder haarspeldbochten stijgt het recht omhoog de fjord uit. We kijken elkaar aan en hopen dat het maar van korte duur is. Op hoop van zegen gaat Matthijs eerst en houdt hij de moed er in. Na tweehonderd meter komt hij al puffend en zwetend een tegemoetkomende wandelaar tegen. Matthijs vraagt hem hoe lang dit nog duurt en of het überhaupt mogelijk is om hier omhoog te gaan. De wandelaar geeft vriendelijk aan dat het nog twee kilometer steil is en dat het daarna vlak wordt en je kunt fietsen, hij heeft bovendien die dag alleen al vier fietsers langs zien komen. Dat geeft vertrouwen! Maar twee kilometer met tweeëntwintig procent omhoog op gravel duurt langer dan we denken. Daarom besluiten we met zijn tweeën de fietsen één voor één omhoog te duwen. Het duurt een eeuwigheid: we doen er uiteindelijk twee uur over om het steile stuk te beklimmen.
Het nadeel van fietsen
Als we tegen de avond boven komen, vergeten we de afgelegde klim door de mooie plek waar we zijn beland. We zetten de tent op langs een meertje bovenop de top. Het is er heerlijk stil en we komen tot rust bij het constante geluid van de waterval. “Geniet jij er ook zo van om je bepakte fiets rechtstreeks uit een fjord te sleuren?” grappen we naar elkaar. Tijdens het fietsen bespreken we best vaak dat het zo jammer het is dat je niet dieper de natuur in kunt trekken, omdat de fiets toch vaak aan asfalt gebonden is. En waar asfalt is zijn mensen, campers en andere gemotoriseerde voertuigen die ons met veel lawaai gehaast voorbij razen. We genieten ontzettend van wandelingen waarbij je nauwelijks andere mensen tegenkomt en je kunt genieten van de stilte en de ruimte in de natuur. Dat we nu hier kunnen overnachten voelt daarom als een cadeau. We wassen ons in het koude bergmeer en als het begint af te koelen kruipen we in onze warme slaapzakken.
Fietsen door de bloeiende vallei
De volgende dag dalen we af naar Hellesylt om daarna door het Norangdal te fietsen. Wij wisten van niets, maar dit is echt een highlight. Het dal is prachtig en we fietsen rustig zonder al te veel verkeer door de vallei. We stoppen bewust niet om foto’s te maken, zodat we extra genieten en de tijd nemen om alles goed op ons in te laten werken. Overal zien we stromende watervallen en kleurrijke veldbloemen. We komen langs een prachtig hotel en nemen uiteindelijk de veerpont die ons helaas meeneemt uit de vallei die we tot nu toe misschien wel de mooiste vonden. Eenmaal aan de andere zijde blijkt de veerpont die we verder willen nemen pas laat in de avond te vertrekken. We besluiten onder het genot van een kop koffie de tijd uit te zitten in de lobby van een hotel dat wij nooit zouden kunnen betalen.
Vlak voor de veerpont vertrekt, zien we dat Benjamin ook staat te wachten op de kade verderop. Lachend vertelt hij over de zware klim die we alle drie achter de rug hebben. We maken een praatje en bespreken de plannen voor de komende dagen, terwijl de veerpont ons nu echt meeneemt om het binnenland met alle fjorden waarschijnlijk definitief om te ruilen voor de kust. We nemen afscheid van Benjamin – die veel sneller fietst – en nemen ons voor dat dit waarschijnlijk de laatste keer is dat we hem zien. Best grappig om elkaar zo iedere dag weer te zien en te spreken.
Optimist Benjamin
Als we de weerberichten moeten geloven, is de volgende dag voorlopig onze laatste goede dag. Er wordt de komende week veel regen voorspeld. We willen veel kilometers maken om onze laatste droge dag goed te benutten. Na de lunch komen we plots Benjamin weer tegen, hij fietst in tegengestelde richting wat bij ons de gebruikelijke vraagtekens oproept. Hij heeft zijn spaak gebroken en moet terugfietsen naar de dichtstbijzijnde fietsenmaker. We bieden hem welwillend onze reservespaak aan, maar eigenlijk weet niemand van ons hoe we dit kunnen repareren. Met wat hulp van YouTube en Google waren we er vast uitgekomen, maar Benjamin wil ons niet ophouden en gaat liever naar de fietsenmaker. Ook geeft hij aan dat hij misschien terug naar Duitsland gaat om een nieuwe en beter geschikte fiets te kopen – hij was tenslotte op de gok naar Noorwegen vertrokken – en daarna richting de Alpen te fietsen. “Sure, why not!” reageren we lachend, omdat we versteld staan van hoe gemakkelijk – bijna achteloos – hij zijn plannen zo rigoureus wijzigt. Hij blijft ons verbazen. Lachend fietsen we verder over hoe chaotisch en optimistisch Benjamin is. We kunnen best iets van hem leren, omdat onze reis soms best voorspelbaar kan zijn door onze planning.
Een uur verder stopt er plots een auto naast ons. “Are you from Germany?” vraagt de bestuurder. We antwoorden dat we Nederlands zijn, waarop hij reageert met “hoe is het mogelijk!”. Hij blijkt Nederlands en woonachtig in Noorwegen. Hij vertelt dat hij net een Duitse jongen met een gebroken spaak heeft opgepikt langs de weg en hem zo naar de fietsenmaker gaat brengen. Benjamin heeft waarschijnlijk over ons verteld. De Nederlander biedt aan om vannacht samen met Benjamin in de tuin te slapen en met z’n vieren een kampvuur te maken. Hij deelt zijn adres en benadrukt dat we het zelf mogen weten en hij ons niet wil ophouden.
Een foute keuze
Hij rijdt weg en we staan lang te twijfelen over wat te doen. Volgens het weerbericht is dit de enige goede dag en het voelt dubbel om tien kilometer terug te fietsen terwijl het nog maar twee uur ’s middags is. Stom als we zijn besluiten we door te fietsen. Vanaf het moment dat we verder gaan blijven we stil naar elkaar. Diep vanbinnen weten we: dit was een slechte keuze. Het begint te waaien, te regenen en we kunnen die avond maar moeilijk een slaapplaats vinden. Onze wildkampeerplek verandert in een modderpoel terwijl we schuilend onder onze tarp chagrijnig onze maaltijd naar binnen werken. Deze foute keuze komt keihard terug als een boemerang. We besluiten direct de regel van WeLeaf over te nemen en vanaf nu in te gaan op (bijna) alle uitnodigingen, ongeacht het tijdstip of welke reden dan ook.
’s Avonds ziet Yvette tijdens het tandenpoetsen tegenover haar een prachtige vos stil haar kant op kijken, oranjebruin met een witte puntstaart. ’s Ochtends ritsen we de tent open met uitzicht op het nog mistige strandje. De wolken en de zee zijn tot rust gekomen. Het mooie blonde paard waarbij we in de weide staan, galoppeert door de branding. Het is een surrealistisch beeld.
In de camper bij twee Fransen
Tijd om verder te fietsen. Tijdens de lunch onder een afdakje ontmoeten we twee gepensioneerde Fransen die ons uitnodigen voor een kopje koffie in hun camper. Na ons eerdere fiasco reageren we beiden met een volmondige ja. Het koppel vertelt ons dat ze tien jaar geleden op een tandem door Zuid-Amerika hebben gefietst, dus we vragen hen het hemd van het lijf en het gesprek inspireert ons enorm. Zowel met fietsen als reizen in het algemeen hebben ze veel ervaring. Samen hebben ze tijdens de pandemie deze camper gebouwd, om zodra de lockdowns voorbij zijn weer op pad te kunnen.
Geen Romsdalseggen
Na de ontmoeting fietsen we door. Het regent pijpenstelen en we moeten beiden wel lachen om deze absurde situatie. Het komt echt met bakken uit de hemel. Helaas betekent de regen wel dat we een highlight moeten overslaan, de Romsdalseggen. Het schijnt de mooiste wandeling in Noorwegen te zijn, maar bevat stukken over een steile, smalle bergkam. Van het klimcentrum in de regio horen we dat de wandeling alleen mogelijk is als je ervaring hebt met klimmen op hoogte in de mist en dat je met geluk nog wat van het uitzicht meekrijgt. We hebben die ervaring niet, dus besluiten de wandeling aan ons voorbij te laten gaan. We balen, want het is helaas al de tweede keer dat we een hoogtepunt links moeten laten liggen. Reizen op de fiets heeft ook nadelen, zo kunnen we niet dagenlang op de camping blijven wachten op beter weer of even heen en weer rijden zodra de zon weer schijnt. Het vereist een andere kijk op het reizen. We moeten het per dag bekijken, minder plannen en meer leven in het nu.
De dagen erna valt er inderdaad veel regen. Tussen de buien door vinden we langs de weg in de berm een overvloed aan wilde aardbeien. We vullen met gemak ons hele bakje en hoeven ons geen zorgen te maken of we wel genoeg achterlaten voor de dieren. We lachen om de auto’s en campers die ons voorbij razen en zien in dat langzaam reizen op de fiets ook mooie kanten biedt, zoals deze overvloed aan zoete, verse aardbeien.
Het gevoel van falen
Op het moment van schrijven wachten we noodgedwongen de regen af in een hut op de camping. We hebben eerder al eenzelfde hut geboekt om daar een rustdag te houden. Vol goede moed trotseerden we de regen, onszelf voornemend het dit keer beter te doen. Om af te zien en vol te houden. Er valt vandaag bijna 30 millimeter regen. Dat we hier nu in een hut zitten is fijn, maar het voelt ook een beetje als falen. Vanwege het slechte weer kamperen we minder dan gehoopt in de natuur en vallen de kosten veel hoger uit dan voorspeld. Online zien we veel avonturiers kamperen in de kou en regen, iets wat we zelf ook graag overwinnen. Toch lijkt het ons maar niet te lukken. Lijkt, want we hebben inmiddels zeker een aantal nachten in de regen, wind en kou doorgebracht. Misschien leggen we de lat te hoog, of misschien is social media niet altijd wat het lijkt en schuilen zelfs de meest doorgewinterde avonturiers af en toe in een veel te duur hutje op de camping. Het is wat het is. Gelukkig weten we steeds beter met de weersomstandigheden om te gaan, maar de grens opzoeken in slecht weer blijft keer op keer een lastige afweging.
Jullie zijn hartstikke lekker bezig! Vergelijk je niet met anderen op social media en trek je eigen plan, je hoeft niet af te zien, daar is de reis veel te mooi voor!
Auteur
Bedankt Erik, mooi gezegd! Tijdens dat we bezig zijn vergeten we dat wel eens.
(Groetjes Matthijs)
Ik als vader kijk natuurlijk met een roze bril maar ik vind het mooi te lezen. Jullie ervaringen, je plussen en minnen en vooral hoe jullie ermee omgaan. Jullie doen het hartstikke goed en wij zijn trots. Je ma en ik. Keuzes die je maakt en hoe je ermee omgaat. Perfect.
Geniet lieverds
Auteur
Dat doet ons altijd goed natuurlijk!
Liefs van ons
Jullie zijn lekker bezig jammer dat het weer niet altijd mee zit ,gun ook af en toe de rust om bij te komen des te meer kun je er ook van genieten .
Zo te zien trekken jullie ook je eigen plan en dat is goed voor je zelf vertrouwen.
Hou je haaks en succes.
Gr Ron
Auteur
Dankjewel, zeker heel belangrijk! Doet ons goed.