De ochtend dat we Bergen verlaten zijn we er weer helemaal klaar voor. We zijn al halverwege onze reis door Noorwegen en dat voelt gek. Dat we na die regenachtige week en op de helft van onze eerste reis even rust namen, nemen we onszelf dus ook niet kwalijk. We hebben er optimaal gebruik van gemaakt. We zijn in bad geweest, dronken koffie met een kaneel bun in de stad en hebben ons onbeschaamd volgegeten bij het ontbijtbuffet van het hotel. Ons lichaam en onze geest is volledig opgeladen voor een nieuwe fase van de reis, want zo voelt het.
Voor we de stad verlaten moeten we helaas eerst de fietsenmaker bezoeken. Iets waar we beiden geen zin in hebben. Eenmaal daar blijkt de fietsenmaker een hele vriendelijke en behulpzame man die ons geïnteresseerd naar onze plannen vraagt. Hij stuurt ons opweg met een gerepareerde fiets, reparatie tips, reistips en een wildkampeerplaats tip. Het markeert de start voor een week waarin een nieuw thema geldt: onszelf openstellen en contact zoeken. We praten over hoe we onszelf zien en dat we beiden best verlegen kunnen zijn. Het is grappig hoe je een beeld hebt van jezelf als sociaal en makkelijk contact zoekend, maar dat je tijdens zo’n reis toch schuw en verlegen blijkt te zijn. Tijd om onszelf hierin te ontwikkelen.
Wildkamperen aan zee
De wildkampeerplek die de fietsenmaker tipte is prachtig. Gelegen onder een brug met uitzicht over een fjord. We zitten uren in de zon en wassen onszelf in het zoute water, na lang wikken en wegen neemt Matthijs toch een duik in het koude water. Yvette raapt alikruiken bij de rotsen om deze in ons pannetje te koken met boter en peper. We lezen tot we moe worden en gaan slapen.
‘s Ochtends tijdens het ontbijt hebben we een hele bijzondere ontmoeting. In het kalme ochtendwater duikt opeens een vin op, het blijken twee dolfijnen. We zien ze maar kort en twijfelen of het wel écht dolfijnen zijn, maar zodra we niet veel later bepakt op de brug staan zien we ze goed: het zijn écht twee dolfijnen. Hun contouren en kleuren zijn goed te zien in het heldere water.
De fietsdag verloopt goed en het weer zit mee. We zijn niet in het ruige binnenland en het landschap is echt anders. We bespreken hoe veelzijdig het landschap van Noorwegen is en op de veerpont kijken we om ons heen en eten ‘sveler‘, een tip van Elsa. Het is een pannenkoek met brunost, een traditionele Noorse snack op de veerpont.
Openstellen en contact zoeken
Na de veerpont lunchen we in de zon, de dag verloopt heerlijk. Toch is er iets wat op onze schouders rust en het komt ter sprake tijdens de lunch. We hebben allebei zorgen over de slaapplek voor die nacht. Het blijkt namelijk best moeilijk om een geschikte wildkampeerplaats te vinden in dit gebied. Het is vrij dichtbevolkt, steil en er zijn veel akkers. Daarom bespreken we dat het anders moet. We moeten onszelf meer open stellen naar de mensen die we tegenkomen en hen benaderen voor tips.
Yvette bijt het spits af: rond een uur of vier stapt ze op een woning af waar iemand in de tuin werkt. Ze vraagt of ze haar bidon mag vullen, dat mag. Na het vullen vraagt ze de familie of ze tips hebben voor een kampeerplaats. Dat hebben ze! Ze adviseren ons een plaats bij de zee in een stukje bos. De plaats is onzichtbaar vanaf de openbare weg en het is een topplek met picknickbanken en een klein strandje. Het opent onze ogen over het benaderen van bewoners en we kunnen genieten van een rustige avond zonder het gedoe om een plek te vinden.
Afdingen op de camping
De volgende dag is een korte. Er komt regen aan in de middag, dus voor die tijd willen we onze tent opzetten. Er ligt een camping op de route en besluiten daar naartoe te fietsen. Eenmaal aangekomen blijkt de prijs voor een overnachting dertig euro. Dat vinden we erg duur en we twijfelen of we niet gewoon verder moeten fietsen. Uiteindelijk raken we in gesprek met de eigenares en komen overeen dat we voor twintig euro mogen blijven. Het contact zoeken en onszelf openstellen loont.
Hoe meer je vraagt, hoe meer je weet
De volgende dag fietsen we zestig kilometer en duizend achtenvijftig hoogtemeters, het gaat steeds beter. Tegen vier uur – de tijd dat we op zoek moeten naar een slaapplek – zijn we in Bygstad. Het is wederom steil met veel akkers, waardoor het moeilijk wordt om iets geschikts te vinden. Tijd om naar buiten te treden voor Matthijs. Na het bijvullen van ons water raakt hij aan de praat met een man die zijn boom aan het snoeien is. Hij kent wel een plaats, maar het is te ver terug waar we vandaan kwamen, hij kan ons helaas niet helpen. Wel leren we over de berg die boven het dorp uit piekt (stor hest, groot paard). Hij vertelt dat hier niet veel toeristen langskomen, op één heel bijzondere toerist na. Een russische oligarch die met zijn jacht de fjord in komt varen naar Bygstad, waarna hij zich met de helikopter naar de top van de berg laat vliegen. Geen kampeerplaats, wel een leuk verhaal.
Slapen naast een waterval
Daarna spreekt Matthijs een oude man aan die zijn middagwandeling aan het maken is. In het Engels communiceren blijkt helaas te lastig en wij spreken niet genoeg Noors om hem te verstaan. We klimmen verder, maar het gaat moeizaam. We moeten echt iets vinden nu. We zien een huis waar de kinderen buiten spelen en besluiten de bewoners te benaderen. Matthijs begint een gesprek met de moeder van de kinderen. Ze besluit het aan haar man te vragen en hij adviseert ons om bij de buren aan te bellen. Zij bezitten namelijk de meeste grond in dit gebied.
Nadat ze een foto van ons neemt, omdat ze onze reis zo inspirerend vindt en er volgens haar niet veel op deze plek gebeurt, fietsen we naar de buren. Toevallig komt de man net thuis, hij stapt uit zijn auto en vriendelijk vragen we om zijn hulp. ‘Do you like swimming?‘ is zijn eerste reactie. Ja, zeker! Hij neemt ons mee naar zijn land achter het huis. Daar vlak naast de waterval op een stukje gras mogen we staan voor de nacht. Een prachtige plek waar zij zelf ook altijd een duik nemen in de zomer. Onszelf openstellen werpt absoluut vruchten af, het is een mooie les. Die avond wassen we onszelf bij de waterval en genieten we schoon en veilig van ons avondeten naast de waterval.
De gouden camping vondst
Het weer blijft goed en ook de volgende dag kunnen we flink wat kilometers afleggen. We hebben inmiddels contact met onze Warmshowers host Mark en hebben nog maar één dag te gaan tot onze rustdag. We fietsen langs een camping en Yvette besluit dat het altijd een goed idee is om de prijs op te vragen. Als grapje zegt ze dat we toch een keer die campings moeten vinden van tien euro, zoals sommige fietsers beweren. Matthijs wacht bij de kruising en niet veel later belt Yvette dat we hier voor tien euro op een mooie plek langs de rivier mogen staan, inclusief alle faciliteiten van de camping. De fietsdag eindigt en we genieten urenlang van onze plek naast de rivier, eindelijk een keer zonder muggen. Het voelt als een heerlijke vakantie dag.
Warm Showers host
De volgende ochtend fietsen we naar onze Warm Showers host. Het is een prachtige fietsdag, de zon schijnt nog steeds, er zijn nauwelijks campers – we hebben er inmiddels wel genoeg gezien – en de natuur is ongelooflijk mooi. Bij een nieuw Warm Showers adres is het altijd afwachten wat je aantreft, maar dat is tegelijkertijd ook het leuke. We hebben besloten een rustdag te nemen bij Mark, dat maakt de druk om een klik te hebben met elkaar wel wat groter. Maar direct bij aankomst heet Mark ons zo ongelooflijk warm welkom. We installeren onszelf in de caravan bij hem in de tuin, douchen, eten een heerlijke ratatouille met pitabrood en kletsen tot laat in de avond.
Mark is een echte wereldburger. Hij is geboren in Zimbabwe, verhuisd naar Italië, heeft gestudeerd in Engeland en Schotland, gewoond in Maleisië en is getrouwd zijn vrouw Diana uit Litouwen. Samen woonden ze eerst in Litouwen en zijn daarna met hun twee kinderen naar Noorwegen verhuisd. Het is inspirerend hoe open Mark is en we hebben leuke gesprekken over boeken, onze route, zijn reizen en we kletsen over de Noorse cultuur.
Goed van vertrouwen
Na het eten vraagt hij Matthijs om even zijn auto op te gaan halen, die heeft Sebastian (zijn zoon), gisteren laten staan in de stad. Natuurlijk! Eenmaal aangekomen bij de auto opent hij deze zonder sleutel en neemt de sleutels uit het dashboardkastje om hem te starten. Matthijs staat versteld, de auto staat middenin de stad en iedereen had hem mee kunnen nemen. Dit zou in Nederland nooit gebeuren, waarop Mark antwoordt ‘but this is Norway‘.
Het tekent ons verblijf bij Mark. De volgende dag zijn we alleen bij hem thuis. Mark is naar zijn werk en we mogen alles gebruiken wat we nodig hebben. Hij leent ons zijn auto en kano om een tochtje te maken over het water. We nemen wat boodschappen voor hem mee en hij laat zelfs zijn creditcard voor ons achter – die hebben we maar laten liggen. Wederom staan alle ramen en deuren open, zelfs de garagedeur staat wagenwijd open. Er wordt hier óf weinig van elkaar gestolen óf Mark geeft er simpelweg niets om. We gaan uit van beiden. We hebben ontzettend genoten van ons verblijf bij Mark. We zijn weggeblazen door zijn vrijgevigheid en laten na afloop een dankbaar bericht achter in zijn zelfbedachte gastenboekje. Gemotiveerd om zelf ook iets meer op deze manier in het leven te staan, gaan we weer uitgerust op pad.
😘
Supergaaf!!
Wat een bijzondere reis Mooi om te lezen hoe jullie samen herinneringen maken. Geniet ervan!
Auteur
Dankjewel!
prachtige foto’s en mooi om te lezen hoe fijn jullie het hebben. We zijn trotser dan trots op jullie, dikke kus!
Auteur
Dat is lief, dankjewel!
Zit nog steeds van jullie prachtige verhaal te genieten , wat zijn jullie goed bezig , ben ook heel trots
Auteur
Dat is super om te horen oma!
(Liefs Matthijs)
Het een na het andere verhaal doet me genieten. Inspittend te lezen hoe jullie deze reis aangaan. Weet niet of ik het ooit zou kunnen. Mooi ook om
re lezen dat op reis gaan, je jezelf echt doet leren kennen. Bijzonder waardevol. Nog heel veel plezier daar.
Auteur
Dankjewel 🙂